Richtlijnen voor het voeren van vogels tijdens sneeuwval
Creëren van een overlevingsplek
Watervogels
Windgaten en wakken tijdens strenge vorst open houden, als de vogels daartoe zelf niet in staat zijn. Om de rand van het wak een laag stro of kaf aanbrengen om vastvriezen aan het ijs te voorkomen.
Vogels van bos en veld
In tuinen, parken en bossen ruime plaatsen sneeuwvrij maken en houden.
Reigers en roerdompen
De wakken zo lang mogelijk openhouden.
Bijvoeren algemeen
Drinkwater
Geven in een ondiepe schotel. Bij vorst voorkomen dat de vogels zich wassen (baden) door gaas over de drinkbak te leggen. Bevriezing voorkomen door suikers toe te voegen.
Voeren van watervogels:
Bij voorkeur tegen de avond om te voorkomen dat kraaien en meeuwen veel voedsel wegkapen.
Soorten voedsel
Eenden e.d.
Maïs, granen en brood. Granen mengen met wat scherp zand of grit. Verhouding 10 kg op 30 kg graan (25%). Deze toevoeging is bij langdurig bijvoeren zeer noodzakelijk(!!) voor het functioneren van de spiermaag.
Meerkoeten en waterhoentjes
Graanmeel, grasbrokjes, fijngesneden groenvoer (bijv. kool) en fijn gesneden rauwe aardappels.
Duikeenden en zaagbekken
Gekweekte garnalen, kleine visjes en fijngesneden rauwe ongezouten vis.
Zwanen
Groenvoer, granen, maïs en oud brood.
Reigers en roerdompen
Voer kleine visjes, wijting, spiering en visafval (maar geen koppen). Bij uitputting naar een vogelasiel brengen (zie adressen onderaan).
Roofvogels en uilen
Vraag inlichtingen bij een vogelasiel. Vooral uilen kunt u helpen door op rustige plaatsen zaden, granen, enzovoorts uit te strooien onder een laagje stro of tussen wat pakken stro. De bedoeling is om muizen aan te lokken, die dan weer als voedsel kunnen dienen voor deze kwetsbare soorten.
Leeuweriken, vinken, lijsters, duiven, fazanten en patrijzen
Onkruidzaden, strooivoer, granen, rotte appels en universeel voer.
Mezen en roodborstjes
Vetbollen, ongebrande pinda’s, ongezouten spekzwoerd, varkensreuzel, zonnepitten, kokosnoot, enzovoorts.